En wel de belangrijkste bedrijven, voor ons Nederlanders dan: die in
Duitsland.
Want het ‘als Duitsland verkouden is, niest Nederland’-adagium gaat nog altijd
op. Duitsland is onze belangrijkste handelspartner. Veel producten die voor
de Duitse exportindustrie gebruikt worden, komen via Rotterdam binnen.
Alleen al voor de im- en exporthandel is het dus belangrijk om te weten hoe
de inkoopmanagers van Duitse bedrijven aankijken tegen de komende maanden.
Tot nu toe steeg het vertrouwen van Duitse ondernemers en producenten dat de
economie aantrekt. Dat vertrouwen werd gesteund door allengs positievere
cijfers over de groei van de Europese economie. Zelfs Spanje kwam in het
eerste kwartaal uit
de recessie.
Schuldencrisis
Maar de vraag is of de crisis over de schulden van Zuid-Europese landen dat
vertrouwen nu schaadt of niet. Op 9 mei besloten de landen van de eurozone,
de Europese Centrale Bank (ECB) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF)
niet minder dan 750 miljard euro beschikbaar te stellen als garantiefonds
voor de Zuid-Europese landen.
Dat was niet zonder reden. De urgentie voor het komen tot die beslissing liep
dat weekeinde net zo hard op als de Libor-tarieven, de opslag die banken
elkaar betalen voor de leningen die ze ’s nachts uitwisselen.
Dat deed alarmbellen afgaan bij de dames en heren politici, want het was een
teken dat de eurozone afstevende op een herhaling van wat er vlak na het
faillissement van Lehman Brothers gebeurde: de banken vertrouwen niet meer
op elkaar, de angst voor meer faillissementen was te hoog, en niemand leende
nog geld uit, wat de kredietmarkt in één keer tot stilstand bracht.
Kredietkraan gesloten
Het opdrogen van die kredietmarkt luidde een wereldwijde recessie in. Dat
moest tegengegaan worden, en daarom werd dat garantiefonds in het leven
geroepen. De banken draaien sinds enkele maanden stukje bij beetje de
kredietkraan weer open - al gaat dat gelukkig tegen strengere voorwaarden
dan voorheen - en die groei mocht niet in de knop gebroken worden.
Over de leningen aan de private sector door banken doet de Europese Centrale
Bank maandag 31 mei een rapport de deur uit.
Ook die informatie is van belang. De vraag is of bedrijven in onze grootste
afzetmarkt Duitsland - en overigens ook in de belangrijke handelspartner
Amerika - nattigheid voelen, naar hun voorraadhal kijken en iets minder
spulletjes gaan bestellen. Dat is voor Nederland extra belangrijk, want
voorlopig moeten we het van de export en niet de binnenlandse consumptie
hebben. Als de ECB maandag stelt dat banken minder zijn gaan uitlenen in
april, dan is dat geen bemoedigend teken.
Binnenlandse consumptie
Uit een maandrapport van ING over de binnenlandse consumptie over de maand mei
blijkt dat consumenten zelfs iets terughoudender zijn geworden met uitgeven
door de onzekerheid die de schuldencrisis oproept.
Des te meer reden dus om te hopen dat de Duitse export blijft draaien op de
vraag uit Azië. Maar dan moet men daar ook nog even blijven geloven in de
euro.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl